Akker- en weidevogels beschermen met vogelvriendelijke landbouw

Door de veranderingen in het landbouwlandschap, hebben akker- en weidevogels zoals de kievit, de patrijs of de geelgors het steeds lastiger.
Ooit waren die soorten ruim vertegenwoordigd op onze velden, maar de laatste decennia verzwakken de populaties gevoelig. Met een nieuw project, onder de naam ‘Vogelvriendelijk boeren’, wil Vlaanderen met behulp van Europa kwetsbare vogelsoorten beschermen, en vooral ook laten aangroeien in aantal.
Het doel van het project is om de akker- en weidevogels in Vlaanderen te beschermen en te laten toenemen in populatie. Akker- en weidevogels hebben vooral te lijden onder de moderne landbouwtechnieken. Grote open percelen, intensief gebruik van insecticiden, lage waterpeilen, frequente landbewerkingen,… het zijn allemaal middelen die zorgen voor een productievere landbouw, maar daarnaast ook voor vele slachtoffers onder de akker- en weidevogels.
Sinds november 2020 is een driejarig project opgestart om de daling in de vogelpopulaties een halt toe te roepen. Willem Van Colen van INAGRO, leider van het project, legt uit hoe het in zijn werk gaat: “Dit is eigenlijk nog maar een proefproject, een experiment. Samen met enkele landbouwers die zich vrijwillig aanboden, voeren we enkele maatregelen uit, zoals gras- en kruidenstroken aanleggen of het inzaaien van graanleverende gewassen tijdens de wintermaanden. We willen nagaan wat de meerwaarde daarvan is voor de akkervogels én wat de impact van de maatregelen is op de landbouwer.”
“Met het project wordt nagegaan wat de meerwaarde is voor de akkervogels én wat is de impact van de maatregelen is op de landbouwer.”
“De landbouwers die deelnemen worden ook vergoed op basis van hun opbrengstverlies. Het is dus de bedoeling om met dit project na te gaan of de maatregelen doeltreffend zijn voor akker- en weidevogels, en hoeveel het kost voor de landbouwers. De landbouwers die deelnemen zijn beperkt, maar er is een groot engagement aanwezig.”
Europa
Het project kadert binnen het zogenaamde PDPO, het plattelandsontwikkelingsprogramma in Vlaanderen, maar Vlaanderen kan voor het project rekenen op 96 000 euro aan financiering van Europa, wat goed is voor een derde van het totale kostenplaatje. Korneel Verslyppe van projectpartner Boerennatuur Vlaanderen legt uit wat de intentie van Europa is: “Een taak van Europa is het in stand houden van biodiversiteit. Dat doet het niet enkel met dit project. Een ander project, specifiek rond de patrijs, is ook opgestart door Europa en stelt verschillende landen in staat samen te werken rond het behoud van de patrijs.”
“Akker- en weidevogels zitten eigenlijk in heel Europa in moeilijk vaarwater. Dit project is dan ook niet uniek, in diverse Europese landen zijn er gelijkaardige projecten. Naast bron van financiering, fungeert Europa ook een beetje als coördinator om verschillende landen te laten samenwerken en kennis en ervaringen te laten delen.”
Ook voor de West-Vlaming die geen landbouwer is, heeft dit project voordelen, benadrukt Van Colen: “Voor hen is het vooral een toegevoegde waarde tijdens de recreatie. Een direct voordeel is dat je een aantrekkelijk landschap krijgt met veel diversiteit. Struikengroepjes en bloemenstroken zorgen voor mooi ogend landschap, en het zien van bijvoorbeeld een koppeltje kieviten, zorgt voor een zeker spektakel.”