Je moet ingelogd zijn om gratis livestreams en video’s te kunnen bekijken.
Op 15 februari start Jan De Nul in Oostende met bagger- en strandsuppletiewerken. Zo'n 600.000 kubieke meter zand - of te vergelijken met 85.000 grote vrachtwagens - wordt opgespoten om de kustbescherming op peil te houden. Daarbij is minimale hinder verzekerd.
Deze werken gebeuren net zoals vorig jaar op een duurzame manier. Het baggerschip Alexander von Humboldt zal varen op 100 procent duurzame drop-in biobrandstof, waardoor de CO2-uitstoot met 90 procent vermindert. De bulldozers en graafkranen op het strand zijn voorzien van geavanceerde uitlaatgasfiltersystemen waardoor de uitstoot van fijnstof en stikstof met 80 procent afneemt. "Zo tonen we dat we klaar zijn voor de toekomst en op een duurzame manier kunnen baggeren en suppleren", zegt Bart Praet, afdelingshoofd Baggerwerken Benelux bij Jan De Nul Group.
De onderhoudswerken gebeuren in opdracht van het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust. "Als de maritieme overheidspartner willen we op alle mogelijke manieren ons steentje bijdragen om de impact op het klimaat te beperken. We zijn hiermee een voortrekker binnen de Vlaamse overheid om de reductiedoelstellingen voor ons land te halen", zegt Nathalie Balcaen, administrateur-generaal.
Minimale hinder
Het baggerschip zal in de haven van Oostende liggen en het gebaggerde zand via een drijvende leiding naar het strand pompen. Doordat het in de beschutte haven ligt, hoeft het schip niet te wachten op hoogtij om dichterbij de kust te varen. Daardoor kan het schip continu verderwerken en wordt de uitvoeringstijd ingekort van zes naar vijf weken.
Om de zeven uur zal het baggerschip zand aanvoeren over een afstand van 1,5 km, te beginnen bij de westelijke havendam, richting Thermae Palace.
Nieuwsgierige passanten krijgen een uniek overzicht op de werken op het strand en de havengeul vanop het panoramisch dak van een belevingscentrum op de zeedijk ter hoogte van de Kapucijnenstraat.