78-jarige vrouw vrijgesproken voor moordpoging op echtgenoot
Een 78-jarige vrouw uit Pittem is door de Brugse correctionele rechtbank vrijgesproken voor de moordpoging op haar echtgenoot. Brigitta H. kreeg wel opschorting van straf voor het doden van hun twee honden.
Het openbaar ministerie had vijf jaar effectieve gevangenisstraf gevorderd.
Brigitta H. en Georges B. trokken op 9 juni 2019 zelf naar een bevriend koppel om afscheid te nemen. De landbouwers zagen het blijkbaar niet meer zitten, onder andere door een verzuurde relatie met de kinderen.
Toen hun vrienden die avond poolshoogte kwamen nemen, zagen ze hoe de beklaagde haar echtgenoot op een stoffen doek naar buiten had gesleept. In de openstaande regenput lagen op dat moment al beide honden van het gezin.
Volgens het openbaar ministerie was het duidelijk haar bedoeling om het slachtoffer in de regenput te gooien. De beklaagde verklaarde zelf ook dat ze eerder die dag al aan de treinsporen stonden, met de bedoeling om uit het leven te stappen.
Vragen bij parket
De procureur plaatste echter vraagtekens bij dat verhaal, omdat B. zelf verklaarde dat hij niet met zelfmoordgedachten kampte. De verdediging pleitte dat het wel degelijk de bedoeling was om samen zelfmoord te plegen.
Een eerste poging werd volgens meester Kris Vincke gestaakt toen een van de honden wegliep. Die avond dronken ze erg veel, voordat ze terug naar de treinsporen zouden gaan. "Mijn cliënte heeft hem naar buiten gesleurd om een frisse neus te halen, niet om in die put te duwen", klonk het.
Voor moordpoging werd dan ook met succes de vrijspraak gevraagd. H. moest zich ook verantwoorden voor dierenmishandeling, maar daarvoor werd door de verdediging opschorting van straf voorgesteld.
"Meer aan de hand"
Het slachtoffer is uiteindelijk in 2021 een natuurlijke dood gestorven. Volgens de dochters van de betrokkenen is er meer aan de hand, maar het parket heeft in die zaak aan de raadkamer gevraagd om H. buiten vervolging te stellen. De burgerlijke partijen hebben wel nog bijkomend onderzoek gevraagd.
Volgens de rechtbank staat het vast dat Brigitta H. haar echtgenoot wel degelijk naar de waterput wilde sleuren. Getuigen verklaarden echter dat ze niet meer in staat was om dat ook effectief te doen. In het vonnis werd opgemerkt dat de bewuste waterput aan de achterkant van het fokbedrijf ligt. Het kan volgens de rechters niet ingeschat worden of H. in haar toestand het slachtoffer nog tientallen meters op een stuk stof kon voortslepen. Het is dus niet uitgesloten dat er sprake was van een absoluut ondeugdelijke poging, een moordpoging die met andere woorden onmogelijk kon slagen.
Daarnaast werd aangehaald dat het slachtoffer eveneens met zelfmoordneigingen kampte. De rechters achtten het dus ook niet uitgesloten dat hij zichzelf uiteindelijk in de put zou laten zakken. Ook zijn verhoor kort na de feiten wees niet in de richting van een moordpoging.
Ten slotte is het volgens de rechtbank niet zeker dat een volwassen persoon überhaupt verdronken kon worden in die waterput. In die omstandigheden werd Brigitta H. dus vrijgesproken voor de moordpoging. Voor dierenmishandeling kreeg ze opschorting van straf.