Vandaag stapten in en rond Ieper zo'n 5.800 wandelaars mee op de laatste dag van de Vierdaagse van de IJzer. Het totaal aantal unieke deelnemers aan de Vierdaagse komt daarmee op 9.800.
Gisteren waren er in Poperinge 6.800 wandelaars, waarmee de Hoppestad net zoals de voorbije jaren weer het meeste stappers telt. In Diksmuide eergisteren waren er 5.600 en in Oostduinkerke op de startdag dinsdag net geen 6.000. Dat brengt het totaal aantal wandelaars, de vier dagen samengeteld, op zo'n 24.000. Dat is het tweede beste resultaat van de laatste vijf jaar.
Er stapten op de vier dagen ook zo'n 2.500 militairen mee, wat evenveel is als het topjaar 2014. Daarmee is de terugloop van het aantal militairen, dat de jongste jaren merkwaar was, een halt toe geroepen. De deelnemers kwamen uit België, Nederland, Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, Luxemburg, Spanje, Ierland, Italië, Australië, Georgië, Verenigde Staten en Uruguay.
Besparingen
Volgens Johan Van Acker, directeur van de Vierdaagse, heeft de verschuiving van de laatste wandeldag in Ieper van de zaterdag naar de vrijdag (uit besparingsoverwegingen, want geen weekendwerk) geen negatieve invloed gehad op het aantal deelnemers. De organisatoren zijn heel tevreden. Pas later dit jaar zal duidelijk worden of er nog voldoende middelen zijn om volgend jaar opnieuw de Vierdaagse van de IJzer te organiseren.
De Vierdaagse werd afgerond met een speciale Last Post-plechtigheid onder de Menenpoort om 15.30 uur, gevolgd door het slotdefilé van de duizenden stappers over de Ieperse Grote Markt.