Het aantal mensen dat in Oostende moet rondkomen met een leefloon is gedaald met 5 procent. Dat zijn de cijfers van 2014, maar ook in de eerste maanden van dit jaar zet de daling van de steuntrekkers aan het OCMW zich door.
1187 mensen in Oostende krijgen een leefloonvan het OCMW. Al decennia lang zit Oostende daarmee gemiddeld bij de hoogste in Vlaanderen. Enkel Gent en Antwerpen hebben procentueel nog meer steuntrekkers. Maar het cijfer daalt, ondanks de economisch moeilijke tijden en de vele besparingen.
Leefloners activeren
Het codewoord in het OCMW van Oostende is activering. Cliënten en steuntrekkers worden op alle mogelijke manieren geholpen om terug ingeschakeld te worden in de samenleving. Ze worden gemotiveerd om te werken, zich op te leiden of bij te scholen. Ook bij het OCMW zelf, in de keuken bijvoorbeeld, werken steuntrekkers.
Bijna 60 procent van de steuntrekkers zijn niet-Belgen die hier een nieuw leven moeten opbouwen. Twee derden van alle leefloners in Oostende zit nu in een traject van arbeidsactivering. Ze volgen taallessen of bereiden zich voor op een echte job zonder leefloonsteun.