Vanaf vandaag start de stad Kortrijk met een permanente meting van de luchtkwaliteit. De stad installeert daarvoor 6 sensoren aan belangrijke invalswegen en plaatst de resultaten in real time online op haar website. De eerste sensor hangt in de Minister Liebaertlaan.
De sensoren kunnen de concentraties van fijn stof en stikstofdioxide (NO2) meten. NO2 is een makkelijk meetbare indicator voor verkeersgerelateerde luchtverontreiniging. Hoe meer NO2 er gemeten wordt, hoe groter de vervuiling die aanwezig is in de lucht.
Het stadsbestuur plaatst de sensoren op eigen initiatief omdat er geen meetpunten van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) aanwezig zijn in het centrum. "Het wordt ook steeds duidelijker dat de VMM niet van plan is om een meetpunt te plaatsen, dus daarom doen we dat zelf", zegt schepen Bert Herrewyn. "Met de twee autostrades die ons grondgebied doorkruisen, vermoeden we dat de concentratie van fijn stof relatief hoog is."
6 locaties
De investering voor de sensoren bedraagt ongeveer 35.000 euro, maar daarnaast is er ook nog een jaarlijkse onderhoudskost van om en bij de 10.000 euro. Er worden binnenkort ook sensoren geplaatst in de Doorniksesteenweg, Meensesteenweg, Oudenaardsesteenweg, Leiestraat en aan Sportcentrum Wembley. Ze blijven daar minstens een halfjaar hangen, om een representatief beeld te krijgen, maar daarna kunnen ze ook verplaatst worden.
De resultaten zijn rechtstreeks te volgen op de website van de stad Kortrijk. Aan de hand daarvan kan er nog gerichter actie ondernomen worden op kritieke plaatsen en kunnen inwoners gesensibiliseerd worden om mee te werken aan gezonde lucht. "We zullen de resultaten ook ter beschikking stellen van de VMM, onderwijsinstellingen en wetenschappers", besluit de schepen.
#Kortrijk investeert zelf in toestellen om op 6 plaatsen de luchtkwaliteit te meten en daarna eventueel maatregelen te nemen. Ze komen langs drukke invalswegen zoals de Minister Libaertlaan. Het dichtste meetpunt van de VM is #Zwevegem. Meer @FocusWTV pic.twitter.com/eefSoymGVs
— Kate Baert (@katebaert) June 29, 2018
