Zoveel ont­ei­ge­nin­gen voor een hand­vol schepen?”

Het Vlaams parlementslid Bart Caron (Groen) uit Kortrijk stelt zich vragen bij de noodzaak van de bouw van een hoge vaste brug over de Leie in Menen.

Daarvoor zouden er 100 tot 200 woningen gesloopt moeten worden, wat niet meteen maatschappelijk verantwoord is, vind hij. Hij baseert zich op recente cijfers van de Budabrug in Kortrijk.  Die gaat gemiddeld 4 tot 7 keer per dag op en neer, blijkt uit cijfers die hij opvroeg bij Minister Weyts (N-VA).

De geplande onteigening en sloop van de woningen in Menen roept veel commotie op. "Zeker nu blijkt dat het Franse gedeelte van de Seine-Schelde-verbinding - waarbinnen de Vlaamse Leiewerken kaderen – op losse schroeven staat", zegt Caron. "De nieuwe Franse premier, Édouard Philippe, is een vurig tegenstander van het nieuw te graven kanaal dat een verbinding moet vormen tussen het Scheldebekken en het Seinebekken voor schepen met 3 lagen containers. Als we kijken naar de planning op Frans grondgebied, dan zal het op zijn minst tot 2050 duren alvorens er een schip met drie lagen containers over de Franse grens zal kunnen varen,” stelt Caron vast.  De politicus vraagt zich ook af of het zo ver komt, want ook in Frankrijk wordt er bezuinigd en dan is een kanaal van enkele miljarden misschien wel een gemakkelijk te schrappen kost. "Zeker wanneer dat kanaal, volgens de Franse premier, dan ook nog eens slecht is voor de Franse economie.”

Doorvaarthoogte

De Budabrug in Kortrijk heeft een doorvaarhoogte van iets meer dan 4,50 meter. Gemiddeld passeren er per dag dus slechts een handvol schepen die hoger zijn.  En die schepen zijn allemaal lager dan 5,70 meter, de vrije doorvaarhoogte van de stroomopwaarts gelegen spoorwegbrug ‘De 3 duikers’. De bestaande brug in Menen is amper 20 centimeter lager dan ‘De 3 duikers.

“Zolang er geen 100% zekerheid is over de internationale toekomst van het containertransport, lijkt de bouw van een hoge vaste brug in Menen, met alle onteigeningen vandien, mij een maatschappelijk onverantwoorde investering,” besluit Bart Caron. “Hoe groot mijn liefde voor de binnenvaart ook is.”

De redactie