Vanaf volgend schooljaar moeten internaten minimum 65 leerlingen tellen. Vooral in het katholiek onderwijs is dat een probleem. Met 48 ligt de helft van die internaten in onze provincie en sommigen moeten nu fusioneren.Er komt wel een ruime overgangsregeling, ook budgettair.
De Abdijschool van Zevenkerken in Brugge telt twee internaten, ééntje met zo'n 30 leerlingen en één met meer dan 170. Vanaf september moet een internaat 65 leerlingen tellen. Maar met éénzelfde bestuur en gebouwen op dezelfde site is een fusie er geen probleem. Integendeel: met het nieuwe decreet gaan ze er zelfs op vooruit.
"Het klinkt wat contradictorisch," zegt internaatbeheerder Peter Van Damme van de Abdijschool. "In het verleden hadden we een goeie 1800 euro per leerling, dat daalt naar 1.300 maar doordat de wedden van de opvoeders wegvallen en betaald zullen worden door de overheid zullen we er wel op vooruit gaan, ja.
"Problematisch"
25 West-Vlaamse katholieke internaten halen die nieuwe norm niet. Voor sommigen is dat wel problematisch. Sint-Leo Hemelsdaele in Brugge bijvoorbeeld telt 3 kleine internaten verspreid over de stad, eentje gaat in september dicht, want ze krijgen 40% minder budget. Het vijfde en zesde middelbaar zal naar de site Sint-Leo moeten.
"Dat betekent jammer genoeg dat zij verliezen aan zelfstandigheid," zegt Vincent De Baere van Sint-Leo Hemelsdaele. "Dat was een beetje de idee van ons afgesplitste internaat vijfde en zesde middelbaar. In die zin is het decreet wat ons betreft, voor de kleine internaten, een zeer, zeer zware dobber."
Overgangsregeling
Maar de 6 kleine internaten met een autonoom bestuur, in Brugge, Ieper, Kortemark, Koksijde en Kortrijk zijn nog slechter af. Zij moeten echt op zoek naar een partner. Gelukkig is er een amendement van CD&V waar de voorzitter van de Abdijschool en CDV'er Jean-Pierre Vandenberghe aan meehielp. "Er zijn faciliteiten verleend voor de internaten van net meer dan 45 leerlingen die een fusiecompromis, dus nog geen echte fusie, afgesloten hebben. Zij zullen de mogelijkheid hebben om ook te groeien. De termijn daarvoor is twee tot vier jaar. Er is ook een transitiebudget voorzien."
In 2025 volgt ook een evaluatie van het decreet, waarbij trouwens wel éénsgezindheid is over hetzelfde statuut en de kwaliteitsgarantie.