Werkgeversorganisatie Voka-Kamer van Koophandel West-Vlaanderen, universiteiten Kulak en UGent, hogescholen Howest en Vives, en intercommunale Leiedal, pleiten samen voor een betere treinverbinding tussen Kortrijk, Brugge en Oostende.
De zes organisaties deden vandaag een voorstel waarbij de huidige dienstregeling gecombineerd wordt met een gedeeltelijke terugkeer naar de oude dienstregeling. Door die nieuwe dienstregeling, die eind december 2014 van kracht ging, doen pendelaars tussen Brugge en Kortrijk 19 minuten langer over het traject. Tussen Oostende en Kortrijk is dat zelfs 22 minuten langer. Dat heeft te maken met de ruimere reservetijd om de dienstregeling stipter te laten verlopen, maar vooral met het aantal tussenstops dat opgedreven werd met drie haltes, namelijk Zedelgem, Lichtervelde en Ingelmunster, bovenop de stops in Brugge, Torhout, Roeselare, Izegem en Kortrijk.
Daarom pleiten de organisaties ervoor om gedeeltelijk opnieuw over te schakelen naar de oude dienstregeling, waarbij niet gestopt wordt aan die drie kleinere haltes. Ze willen de kleinere gemeenten niet in de kou laten staan, want de P-trein, die alle haltes aansnijdt, moet behouden blijven tijdens de piekuren.
Braindrain
De organisaties vragen ook modernere treinstellen, voldoende capaciteit en een slimme afstemming van de aankomsttijden. Volgens hen betekent dit voorstel geen meerkosten voor de vervoermaatschappij NMBS. De bedrijfswereld hoopt zo meer werknemers uit de regio Brugge-Oostende aan te trekken en de onderwijsinstellingen willen zo de braindrain naar Gent vermijden, want Gent ligt in reistijd uitgedrukt de helft dichter.
De organisaties maken het voorstel over aan NMBS-topman Jo Cornu en minister van Mobiliteit Jacqueline Galan
