Nieuws

Ver­dach­ten van kas­teel­moord naar assisen?

In de zaak van de Kasteelmoord in Wingene vraagt het Brugse parket dat André Gyselbrecht, Peter Gyselbrecht en Pierre Serry naar het hof van assisen verwezen worden. De mannen worden verdacht van de moord op kasteelheer Stijn Saelens.

Het parket is van oordeel dat het onderzoek naar hen is afgerond. Voor Johnny Vanlingen en Tinus van Wesenbeeck vordert het parket de buitenvervolgingstelling. Deze beslissing betekent dat het Brugse parket van oordeel is dat drie verdachten zich voor het hof van assisen zullen moeten verantwoorden voor de moord op Stijn Saelens. Uiteindelijk zal de kamer van inbeschuldigingstelling in Gent hierover moeten beslissen. Van die drie verdachten zit enkel Pierre Serry nog in de cel. Alle andere verdachten in het dossier worden in de huidige fase niet verder vervolgd.

Het parket vraagt wel aan de onderzoeksrechter om een onderzoek te blijven voeren naar de voorlopig onbekende mede-uitvoerders van de moord op de kasteelheer uit Wingene. In dat geval zou er later eventueel een tweede proces kunnen komen tegen één of meerdere uitvoerders.

Lesje leren

Eind januari 2012 werd Stijn Saelens in zijn kasteel in Wingene met een vuurwapen om het leven gebracht. Zijn schoonvader André Gyselbrecht kwam in het vizier van de speurders als mogelijke opdrachtgever voor de moord. Zelf beweert de dokter uit Ruiselede dat hij zijn schoonzoon enkel "een lesje wilde leren". Ook zijn zoon Peter Gyselbrecht was mogelijk van die plannen op de hoogte. Pierre Serry zou een rol als tussenpersoon gespeeld hebben bij het beramen van de kasteelmoord. De man uit Aalter was goed bevriend met dokter Gyselbrecht en zou uitvoerders geronseld hebben.

Eind januari 2013 kon in dat kader een ondertussen overleden Eindhovenaar als mogelijke huurmoordenaar ontmaskerd worden. De speurders zochten sindsdien vruchteloos naar een tweede Nederlandse uitvoerder van de moord. Tijdens het onderzoek zaten ook Johnny Vanlingen en Tinus van Wesenbeeck ettelijke maanden in voorhechtenis. De Limburgse autohandelaar werd ervan verdacht dat hij in opdracht van van Wesenbeeck of Serry de vluchtwagen of het wapen geleverd had. Van Wesenbeeck gaf toe dat hij kort voor de feiten vaak contact had met de man uit Aalter. Volgens de Nederlander ging dat echter over een handeltje in doping en sigaretten. Nu blijkt dat het parket zowel voor Vanlingen als van Wesenbeeck de buitenvervolgingstelling vordert. In principe zullen zij dus niet mee terecht moeten staan voor het hof van assisen.

Ben Storme