Een 40-jarige vrouw uit Oostende heeft van de Brugse strafrechter alsnog vijf jaar effectieve celstraf gekregen voor het toedienen van een insulinespuit aan haar zoontje. S.S. kreeg in eerste instantie een straf met uitstel, maar lapte enkele voorwaarden aan haar laars.
Op 3 januari 2014 werd haar zoontje van amper 13 maanden oud ernstig ziek bij zijn grootouders. In het ziekenhuis stelden de artsen een grote hoeveelheid niet-lichaamseigen insuline vast. Die hoeveelheid kon dodelijk zijn, maar gelukkig werd op tijd ingegrepen. S.S. bekende de feiten twee maanden later aan de onderzoeksrechter. Een dag eerder had de gerechtspsychiater al vastgesteld dat de vrouw leed aan het syndroom van Münchhausen by proxy, en ze de feiten dus pleegde om zelf aandacht te krijgen.
Voorwaarden herroepen
Het openbaar ministerie vorderde vijf jaar effectieve celstraf, maar de verdediging drong aan op voorwaarden. Uiteindelijk werd de beklaagde op 6 oktober 2015 veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf met uitstel, gekoppeld aan strenge voorwaarden. Zo mocht ze de volgende vijf jaar bijvoorbeeld geen contact hebben met haar kinderen of andere minderjarigen.
Het parket vroeg in het voorjaar van 2018 al om de voorwaarden van S.S. te herroepen. De vrouw liet zich immers begeleiden door een psycholoog in plaats van door een psychiater. Na een eerdere zitting ging de politie ook een kijkje nemen in de woning van de beklaagde. De agenten stelden vast dat er een kat rondliep in de woning. Nochtans kreeg S.S. ook een verbod opgelegd om nog huisdieren te houden. De beklaagde ontkent wel dat ze eigenaar is van de kat.
Gebrek aan schuld- en ziekte-inzicht
In het vonnis werd de ingesteldheid van de beklaagde gehekeld. Zo beweerde ze dat een psychiatrische begeleiding te duur zou zijn. De vrouw zou na haar straf ook de intentie hebben om opnieuw in de medische sector te werken. "Dit alles wijst op een schrijnend en beangstigend gebrek aan schuld- en ziekte-inzicht", klonk het in het vonnis.
Voor de rechter staat het ook vast dat S.S. wel degelijk een huisdier hield. In haar woning werden immers een kattenbak en een krabpaal aangetroffen. Ten slotte wordt de beklaagde ook verdacht van diefstal. Ze zou een jeansbroek van een collega gestolen hebben, maar minimaliseerde die feiten.
Volgens de verdediging was er absoluut geen reden om de vrouw alsnog een effectieve straf te geven. Ondertussen wordt ze bijvoorbeeld wel maandelijks begeleid door een psychiater. Mr Koen Stubbe zal dan ook beroep aantekenen tegen de beslissing van de rechter.