“Ritje met fietskar kan geen hersentrauma opleveren”
Het hersentrauma dat een kindje van vier maanden in oktober 2012 opliep, kan niet het gevolg zijn van de rit met de fietskar waarin de baby naar de onthaalmoeder werd gebracht.
Tot die conclusie kwam een deskundige donderdag voor de correctionele rechtbank van Ieper.
In de zaak moet een onthaalmoeder uit Langemark-Poelkapelle zich verantwoorden voor slagen en verwondingen aan verschillende kindjes, waaronder de baby, bij wie het shaken-babysyndroom werd vastgesteld.
Toen de ouders hun zoontje van vier maanden op 22 oktober 2012 gingen ophalen bij de onthaalmoeder, was er iets mis. Het jongentje moest braken en stopte niet met huilen. In het ziekenhuis stelden de artsen vast dat het kindje een hersenbloeding had. Het ging, volgens de dokters, om een "niet-accidenteel trauma". De ouders, die zich burgerlijke partij stelden, zijn ervan overtuigd dat de oorzaak van het hersentrauma te zoeken is, bij de onthaalmoeder. De verdediging betwistte niet dat de verwondingen het gevolg zouden zijn van een heftig door elkaar schudden van de jongen, maar advocaat Jo Muylle stelde zich vragen bij de oorzaak-gevolgrelatie. Hij verwees naar de fietskar waarin de baby naar de crèche gebracht werd.
Vonnis
Dokter Van Parys werd als deskundige aangesteld om de hypothese te onderzoeken. In zijn verslag stelt Van Parys dat "de fietskar onmogelijk de verwondingen kan hebben veroorzaakt die bij het kind zijn aangetroffen". Het openbaar ministerie vindt dat het verslag duidelijk is en dat de feiten dus gebeurd zijn bij de beklaagde. De procureur vraagt daarom een strenge toepassing van de strafwet.
De verdediging betwijfelt de ernst waarmee het onderzoek gevoerd is. "Er is geen rekening gehouden met het feit dat de fietskar in kwestie geen vering heeft. Bovendien heeft de deskundige de weg niet gefietst, maar enkel met de wagen afgelegd." Volgens Muylle hebben de ouders mogelijk niet alle veiligheidsvoorschriften nageleefd. Hij spreekt van redelijke twijfel. Daarom kan de rechtbank zijn cliënte niet veroordelen, meent de raadsman. Vonnis op 23 april.