Het Oostendse schepencollege heeft 10 dagen om te beslissen of het ook burgerlijke partij wordt in de rechtszaak over de verkiezingsuitgaven van schepen Niko Geldhof.
Dat zegt N-VA- oppositieraadslid Björn Anseeuw die het gemeentedecreet aanwendt om de stad in een moeilijk parket te dwingen. Een deurwaarder heeft zijn ingebrekestelling bezorgd op het stadhuis. Volgens Anseeuw kan hij zelf burgerlijke partij worden namens Oostende als het college niet reageert.
Volgens Björn Anseeuw moet de stad Oostende schade terugvorderen omdat stadsgeld bestemd voor de Hazegras-wijkwerking in de verkiezingscampagne van Niko Geldhof is opgegaan. Het geld kunnen terugkrijgen als de sc hepen wordt veroordeeld, is het in het belang van alle Oostendenaars, beweert hij.
In beraad
Het gemeentedecreet stelt dat elke inwoner in naam van zijn stad naar het gerecht kan stappen, als zijn stad zelf nalaat om de stedelijke belangen te vrijwaren. Daarom stuurt Anseeuw nu de deurwaarder op de stad af. Het college moet voor 13 oktober beslissen.
De schepen van juridische zaken Christa Claeys houdt het antwoord nog in beraad. Wellicht pleegt het college maandag overleg. Het lijkt er in elk geval op dat het spel oppositie versus meerderheid in Oostende scherp gespeeld wordt, ook via het gerecht. Dat de stad zelf burgerlijke partij zou zijn in een strafzaak tegen een eigen schepen lijkt wel heel vreemd.
Taalfout opgemerkt?
Heb je een taal- of schrijffout opgemerkt in dit artikel?