Een 31-jarige Oostendenaar heeft zich voor de Brugse correctionele rechtbank moeten verantwoorden voor verkrachting en aanranding van zijn toen vijfjarige dochtertje. S.P. ontkent met klem dat hij het meisje misbruikt heeft. Het openbaar ministerie vorderde vijf jaar effectieve celstraf.
Procureur Christophe Bergez merkte in zijn vordering op dat de feiten buitengewoon ernstig zijn. "Vroeger was dat zelfs een assisenzaak geweest en stond er daar een straf van 20 tot 30 jaar opsluiting op. Dergelijke feiten hebben levenslang invloed op de psyche van een meisje."
Het misbruik situeert zich tussen 1 april en 31 december 2013. De feiten kwamen aan het licht, toen het broertje van het slachtoffer op bed seksueel getinte bewegingen maakte. Aan zijn moeder vertelde hij dat papa dat met zijn zusje had gedaan.
Geloofwaardig
Na een klacht van de moeder vertelde het slachtoffer zelf aan de politie over het misbruik. Volgens de psycholoog kwam ze hierbij geloofwaardig over, maar dat wordt in twijfel getrokken door de verdediging. Zo kon het meisje geen concrete details geven. Daarnaast stelden de speurders volgens meester Karel Buyse suggestieve vragen. "Ook het geneeskundig verslag heeft geen sporen van seksuele betrekkingen aangetoond. Fysiek is er dus geen enkel bewijs." Volgens de verdediging zette de moeder van het slachtoffer bewust een lastercampagne op touw met het oog op een gunstigere omgangsregeling voor de kinderen.
De rechtbank doet uitspraak op 16 januari.