Een 69-jarige Oostendenaar is door de Brugse strafrechter veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf met uitstel voor bezit en verspreiding van kinderporno. R.V. beweerde tevergeefs dat hij zelf Child Focus verwittigde om het netwerk op te rollen.
Bij een huiszoeking op 10 juli 2017 werden ongeveer 200 bestanden met kinderporno aangetroffen. Bovendien had V. in mei 2016 in een chatroom zelf drie foto's geüpload. Vreemd genoeg verklaarde de Oostendenaar dat hij blij was met de tussenkomst van de politie. Naar eigen zeggen was hij toevallig op het kinderpornografisch materiaal gestoten én had hij de FCCU (Federal Computer Crime Unit) en Child Focus ingelicht. Door zijn voormalige job in de informaticasector zou hij nieuwsgierig geweest zijn naar het netwerk dat achter de kinderporno schuilde.
Het parket hechtte geen geloof aan de verklaringen van de beklaagde. Van die meldingen werd immers helemaal geen spoor teruggevonden. Een gelijkaardige melding uit 2007 kon wel nog getraceerd worden. Het dossier tegen de Oostendenaar werd toen uiteindelijk ook geseponeerd.
De verdediging vond dat de rechten van verdediging geschonden zijn en vroeg de vrijspraak. "Mijn cliënt is nooit geconfronteerd geweest met het feit dat men die meldingen niet kon terugvinden", pleitte zijn advocate. De rechter kon echter moeilijk begrijpen dat V. de foto's wel had bijgehouden, maar een bewijs van zijn meldingen niet. "Ik verwachtte dat de politie zou komen, dan konden ze die USB's meenemen", legde de beklaagde uit. Het uploaden gebeurde naar eigen zeggen om vertrouwen te winnen en zo dichter bij het netwerk te komen.
De rechter oordeelde dat de drijfveer van de beklaagde niet ter zake doet, maar bovendien ook ongeloofwaardig was. V. werd uiteindelijk veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf met uitstel en 4.000 euro boete, waarvan de helft met uitstel. Voor het bezit van bepaalde foto's werd hij wel vrijgesproken. Het ging immers om werk van de Britse fotograaf David Hamilton dat door de rechter niet als kinderporno beschouwd werd. Ten slotte is V. voor vijf jaar zijn burgerrechten kwijt.