Nieuws

Maand cel voor niet-essen­ti­ë­le verplaatsing

Een 22-jarige Blankenbergenaar is door de Brugse strafrechter veroordeeld tot een maand effectieve gevangenisstraf voor een inbreuk op de coronamaatregelen.

Op enkele uren tijd liep hij drie keer tegen de lamp tijdens een niet-essentiële verplaatsing. Hij moet ook een boete van 400 euro betalen.

In de nacht van 4 op 5 april werd de beklaagde door de politie betrapt tijdens een niet-essentiële verplaatsing. Hij ging akkoord met een minnelijke schikking van 250 euro, maar daarmee was de kous nog niet af. Bij een tweede betrapping diezelfde nacht weigerde hij een nieuwe minnelijke schikking. Enkele uren later werd de politie opgeroepen voor geluidsoverlast in Zeebrugge, waardoor aan een corona-inbreuk gedacht werd. De twintiger probeerde nog tevergeefs weg te vluchten. Voor die laatste niet-essentiële verplaatsing moest de jongeman zich uiteindelijk voor de correctionele rechtbank verantwoorden.

Op bezoek bij zieke

Procureur Fauve Nowé verwees ook naar het strafblad van de beklaagde. In mei 2019 kreeg de Blankenbergenaar van het Gentse hof van beroep al 30 maanden celstraf voor drugsfeiten, bedreigingen, slagen en weerspannigheid. In die omstandigheden moest het parket een effectieve straf vorderen. Naar eigen zeggen ging de beklaagde, die zelf niet aanwezig was op de zitting, op bezoek bij een zieke man. "Mijn cliënt dacht dat die verplaatsing echt wel nodig was, want die man had hulp nodig in huis", aldus meester Ellen Eneman.

Belga