De burgerlijke afhandeling van de fraudezaak rond Lernout & Hauspie (L&H) komt vrijdag opnieuw aan bod voor het Gentse hof van beroep.
Het hof besliste begin dit jaar dat het de zaak toen niet kon behandelen omdat er rechters te kort waren, maar is nu wel klaar om verder te gaan met het bepalen van de omvang van de schadevergoedingen.
Het spraaktechnologiebedrijf ging in 2001 failliet, nadat het sinds de zomer van 2000 in vrije val was door een fraudeschandaal na berichtgeving over onregelmatigheden in de boekhouding. Het hof van beroep in Gent legde op 20 september 2010 de straffen op in de fraudezaak rond L&H en veroordeelde oprichters Jo Lernout en Pol Hauspie tot elk vijf jaar cel, waarvan twee jaar met uitstel.
Het hof van beroep kon pas in 2014, na procedures voor het Hof van Cassatie, overgaan tot de afhandeling van de burgerlijke vorderingen in de zaak. Meer dan 15.000 burgerlijke partijen maakten toen nog aanspraak op een schadevergoeding, onder wie 2.733 gedupeerden zonder advocaat.
Nog geen eindarrest
De burgerlijke partijen hoopten vooral op een veroordeling van bedrijfsrevisor KPMG, die in tegenstelling tot andere beklaagden wel over voldoende financiële middelen zou beschikken. Het Gentse hof van beroep oordeelde echter al dat KPMG geen schadevergoedingen moet betalen. Alleen zes vroegere bestuurders, onder wie Jo Lernout en Pol Hauspie, komen in aanmerking voor het betalen van een schadevergoeding.
Het hof stelde de afhandeling van de schadevergoedingen al enkele keren uit, maar is nu klaar om te zaak weer te behandelen. Voorzitter Erik Van de Sijpe herhaalde in maart dat het de bedoeling was om tot een eindarrest te komen, maar dat dat nog geruime tijd zal duren. Een uitspraak wordt vermoedelijk in de tweede helft van 2020 verwacht, en tegen dat arrest is ook nog cassatieberoep mogelijk. Vrijdag zal blijken hoeveel mensen bijna twee decennia na de ondergang nog dromen van een schadevergoeding.