
In Mechelen was er overleg tussen burgemeesters van 5 gemeenten die te maken hebben met vertrekkende Syriëstrijders.
Bij de vijf ook burgemeester Van Quickenborne van Kortrijk. Hij vindt dat de gemeenten meer inspraak moeten hebben. En ook meer middelen om op te treden. "De radicalisering blijft, ook na het vertrek van drie Syriëstrijders uit Kortrijk," zegt Van Quickenborne. "We hebben mensen in het vizier. Maar we kunnen niet optreden. Het federaal parket deelt ook te weinig informatie met ons."
"In Antwerpen hebben we een eigen deradicaliseringsdienst opgericht, maar de bevoegdheden daarvan zijn natuurlijk niet onbegrensd", zegt Bart De Wever. "Ergens moet de federale overheid het dus overnemen. We moeten zo snel mogelijk afspreken wie wat kan en dus ook moet doen."
Mechels burgemeester Bart Somers ziet ook nog steeds een grote rol weggelegd voor de lokale besturen en politie. "Maar zij hebben dan wel een wettelijke basis nodig om te handelen, zoals bijvoorbeeld bij het in beslag nemen van identiteitspapieren van minderjarigen die zouden willen vertrekken", zegt hij. "De situatie blijft immers acuut."