Op het tweede assisenproces tegen Jean-Claude Lacote (54) en Hilde Van Acker (57) heeft openbaar aanklager Yves Segaert-Vanden Bussche aan de jury gevraagd om beide beschuldigden schuldig te verklaren aan moord.
Volgens de procureur-generaal voerden ze hun plan als twee koelbloedige criminelen uit. "Ik ben ontgoocheld en diep teleurgesteld", stak Segaert-Vanden Bussche van wal. Hij verwees daarbij naar het complexe onderzoek, dat door de houding van de beschuldigden nog werd bemoeilijkt. Ook de rol van hun advocaten overal ter wereld werd aangehaald. "Pierre Chevalier verlaagde zich er zelfs toe om loopjongen te spelen en misdaadgeld uit een kluis in Luxemburg te gaan ophalen."
De beschuldigden maakten volgens de procureur-generaal duidelijk misbruik van de naïviteit en de financiële problemen van Marcus Mitchell. "Hij was helemaal in de ban van de big deal. Hij hangt als een marionet aan de touwtjes van het oplichtersduo." Op een bepaald moment moet het slachtoffer beseft hebben dat hij bedrogen werd. "Mitchell is een blok aan hun been geworden waar ze zo snel mogelijk vanaf willen geraken." Een week voor de moord polste Lacote voor het eerst bij een andere informant naar de aankoop van een pistool. Twee dagen voor de feiten kocht Van Acker in een wapenwinkel in Rijsel een kruisboog en twee busjes traangas, de ochtend van de feiten zelfs een riotgun. Uiteindelijk ging de aankoop van het pistool enkele uren voor de moord door op de luchthaven van Charleroi. Volgens Segaert-Vanden Bussche zijn de beschuldigden vanaf dat moment voortdurend samen op pad. In Knokke zou Van Acker het slachtoffer met een smoes meegelokt hebben tot aan de wagen. Samen trokken ze niet toevallig naar een verlaten plaats in het Staatsbos in De Haan. "Pottenkijkers en luistervinken hoeven ze daar niet te vrezen. Als je in 1996 iemand wilde lokken naar een verlaten plaats, dan ging je naar een plaats die je kent. Van Acker haar nonkel en tante woonden op 2,5 kilometer van daar." Uiteindelijk werd het slachtoffer met twee kogels in het hoofd.geëxecuteerd. "Marcus Mitchell werd in pure maffiastijl afgemaakt als hond."
Hun vele getelefoneer werd door de openbaar aanklager als de allergrootste fout van de beschuldigden omschreven. "Een beetje crimineel weet heden ten dage dat zijn gsm overal getraceerd kan worden. In 1996 wist niemand dat." Op die manier ontdekten de speurders dat Lacote zich op 23 mei 1996 wel degelijk aan de kust bevond. Rond 22 uur zat hij onder de zendmast in Oostende. "Hij bevond zich in Oostende, of enkele kilometer verder in Bredene of De Haan."
Taalfout opgemerkt?
Heb je een taal- of schrijffout opgemerkt in dit artikel?