
Op het tweede assisenproces over de moord op Marcus Mitchell (44) heeft een cruciale getuige Jean-Claude Lacote (54) herkend op een robotfoto.
Marijke D'Hondt zag het slachtoffer de avond van zijn dood in het gezelschap van een donkerhuidige jongeman, maar de robotfoto werd tijdens het onderzoek aan Hilde Van Acker gelinkt.
Op 23 mei 1996 huurde Marcus Mitchell een studio bij een immobiliënkantoor in Knokke. "Hij betaalde 12.000 frank cash voor een week. Hij verwachtte zijn vrouw en zei dat een vriend haar zou brengen", aldus Marijke D'Hondt. De vrouw van het verhuurkantoor liep Mitchell die avond nog tegen het lijf in de Kustlaan. Hij was in het gezelschap van een donkerhuidige jongeman met zwart sluik haar, een bleke broek en een bleek hemd.
Een ex-werkgever van Hilde Van Acker stelde vast dat ze steeds luxueuzer ging leven toen ze Lacote had leren kennen. "Ik bedoelde dat positief. Ze zag er gelukkig uit. Wij waren blij dat ze het goed stelde." Toen Van Acker in 1995 een tijdje in een Engelse gevangenis zat, maakte Felix Van Der Steichel zelfs plannen om haar daar te bezoeken. "We wilden haar niet laten vallen. Ze was een zeer goeie bediende, de beste die we hadden. Het was een goeie, typische Vlaamse vrouw." De getuige kon zich dan ook niet voorstellen dat Van Acker zich moet verantwoorden voor moord. "Wij wachten ook op de uitspraak van het hof hier."
Van Der Steichel verhuurde in 1995 een tijdje een appartement in Knokke aan de beschuldigden. Na hun vertrek vond hij een bundel vreemde papieren achter de radiator. Het ging onder andere om een lijst met wapentypes.
Het slachtoffer was al dan niet bewust betrokken bij een oplichting die de beschuldigden hadden opgezet. Twee weken voor zijn dood trok hij na een valse fax naar de ASLK in het Limburgse Rotem. "Meneer Mitchell wenste een miljoen Duitse marken in contanten op te nemen. Ik heb contact gezocht met de hoofdzetel in Brussel en daar gingen ze hem verder helpen", aldus kantoordirecteur Johnny Beckers.
Ten slotte getuigde een andere bankbediende over de kluis van de beschuldigden in het Groothertogdom Luxemburg. Na hun aanhouding wilden ze de kluis blijkbaar leegmaken. "Ik kreeg een brief dat ze er door omstandigheden niet kon zijn. Daarom stuurde ze haar advocaat Pierre Chevalier", aldus Eddy Vanden Berghe. De toenmalige raadsman van de beschuldigden vertrok volgens de getuige met twee à drie miljoen frank.