Woningprijzen blijven stijgen, maar stijging is het kleinst in West-Vlaanderen
In 2020 zorgde de coronacrisis voor een vertraging van de vastgoedmarkt. In 2021 was dat niet het geval: in Vlaanderen steeg het aantal transacties met zo’n 14 procent. De prijzen stegen met gemiddeld 7,7 procent, bij ons was dat maar 4,3 procent.
Dat blijkt uit de Vastgoedbarometer van de Federatie van het Notariaat (Fednot).
De gemiddelde prijs van een woonhuis zat in alle Vlaamse provincies in de lift. Uitschieters waren Antwerpen (+8,4% tot een gemiddelde prijs van 355.391 euro) en Vlaams-Brabant (+8,5% tot 384.237 euro). In West-Vlaanderen was de prijsstijging het kleinst: +4,9 procent met een gemiddelde prijs van 289.800 euro.
Ook een appartement kopen werd in het afgelopen jaar duurder in alle Vlaamse provincies, vooral in Oost-Vlaanderen (+8,8% tot een gemiddelde prijs van 264.545 euro) en Vlaams-Brabant (+8,7% tot 274.648 euro). In West-Vlaanderen steeg de prijs opnieuw het minst: +4,3 procent tot 288.054 euro.
In het vierde trimester was er een atypische tendens: in het goedkoopste segment, namelijk in de prijs categorie tot 300.000 euro, daalden de prijzen tegenover het derde trimester van 2021. De voorgaande jaren was er in dat segment steeds een prijsstijging tegenover het derde trimester. Notaris Bart van Opstal: “Hopelijk is dit een eerste voorzichtige indicatie dat er aan de aanhoudende prijsstijgingen in het goedkoopste segment stilaan een einde komt. Wat zeker ook meespeelt, is dat som mige kopers van een eerste woning in Vlaanderen wachten met kopen tot 2022. Zo kunnen ze genieten van de verminderde registratierechten.”