De Vlaamse Visveiling (VLV) heeft de boete van 106.000 euro die ze moet betalen aan de stad Oostende nog steeds niet ingelost.
Die boete kwam er omdat de voorbije jaren te weinig vis in Oostende werd geveild. Dat zegt Wouter De Vriendt, fractieleider van Groen Oostende, op basis van de correspondentie tussen de VLV en de stad.
De VLV moest in de periode van 2011 tot 2015 minstens 45 procent van de aangelande vis in de Oostendse vismijn laten veilen maar uiteindelijk werd afgeklokt op 34 procent. De veiling gaf vaak aan dat door de gebrekkige infrastructuur kwam. In de brieven aan de stad liet de veiling ook verstaan dat ze zich niet altijd gesteund voelden door de stad.
Nog eens uitstel
Maar het contract tussen de stad en de VLV stelt dat de Visveiling een boete moet betalen als de bepalingen niet worden nagekomen. Die boete bedraagt 106.000 euro en moest tegen 28 februari ingelost worden. Uiteindelijk kreeg de VLV nog uitstel tot 15 juni, maar tot op heden is het bedrag nog steeds niet betaald. "Het zat er al vijf jaar aan te komen dat de Visveiling de aan Oostende beloofde veilingspercentages niet ging nakomen. Waarom dan nog eens uitstel werd verleend, is ons een raadsel", aldus De Vriendt. Op 19 september volgt een overleg tussen de stad en de VLV.
Groen pleit echter om de druk te verhogen en een juridische procedure op te starten, en de boete af te dwingen, met interest en extra kosten. De Vriendt zal op de volgende gemeenteraad, eind augustus, een interpellatie indienen. Volgens Groen moet ook bekeken worden of er in de toekomst met een andere privépartner dan de VLV in zee kan worden gegaan.
