Migranten die Groot-Brittannië willen bereiken, gaan in Calais steeds brutaler te werk om in vrachtwagens te klimmen.
"Ze gooien brandende blokkades op de snelweg en bedreigen de chauffeurs met knuppels en messen. De Franse politie laat betijen", zo klaagt transportfederatie Febetra. Vaak zijn de slachtoffers werknemers van West-Vlaamse transportfirma's, onder meer van Denecker-Mattheeuws uit Veurne.
Door de staking in de ferryhaven in Calais vorig jaar ontstonden er lange wachttijden en maakten migranten van de gelegenheid gebruik om aan boord te klimmen. Die lange files zijn er nu niet meer en ook de beveiligde zone van Eurotunnel is uitgebreid. "Maar het gevolg is dat migranten veel driester zijn geworden", zegt Philippe Degraef, directeur van de federatie van Belgische transporteurs (Febetra).
Onhoudbaar
"Elke nacht gooien ze alles wat ze kunnen vinden, zoals hout en autobanden, op de snelweg A16 richting Calais en steken die blokkades in brand, waardoor een chauffeur wel moet stoppen. Dan komen ze tevoorschijn met messen, stokken en knuppels, bedreigen de chauffeurs en dwingen hen de laadruimte van hun truck te openen", geeft Degraef aan.
De blokkades zijn al een tijdje een beproefde tactiek, maar volgens de transportsector is de toestand in Calais nu echt onhoudbaar geworden. Febetra heeft vorige week dan ook officieel aan de ministers Jan Jambon en Didier Reynders gevraagd de problemen bij hun Franse collega's en bij Europa aan te kaarten. "Wij hebben de indruk dat de Franse ordediensten laten betijen. Dat kunnen wij niet langer aanvaarden."
