De Nationale Bank van België (NBB) sluit op 30 november haar publieke agentschap in Kortrijk.
Daarmee komt een einde aan de aanwezigheid van NBB in de Vlaamse provincies. Het is voor de NBB veel efficiënter en goedkoper geworden om de geldactiviteit te centraliseren in de hoofdzetel in Brussel.
Biljetten en geld omruilen
Na het ontstaan in 1850 richtte de Nationale Bank in de grootste provinciesteden van het land een veertigtal agentschappen en bijbanken op. "Vanuit die vestigingen werd een van de hoofdtaken van een centrale bank, het in omloop brengen en uit omloop halen van het geld in het land, mee mogelijk gemaakt", aldus de NBB. De kantoren hadden ook een belangrijke publieke functie. Zo konden bedrijven en particulieren er terecht om biljetten en munten om te ruilen, jaarrekeningen neer te leggen of voor allerlei financiële diensten die door de digitalisering vandaag al lang niet meer bestaan.
De afgelopen jaren is de aanwezigheid in de provincies afgebouwd. Sinds vorig jaar blijven er enkel nog de vestigingen in Kortrijk en Luik over. Het Kortrijkse agentschap sluit morgen, de bijbank in Luik eind dit jaar.
Het agentschapsgebouw in de industriezone van Kortrijk blijft ook behouden, als logistieke back-upfaciliteit.