Kunstenares Martine Vyvey ontwierp het kunstwerk 'Tot elke prijs', als eerbetoon aan de vissers die in augustus 1887 in opstand kwamen in Oostende. Het protest werd hardhandig neergeslagen en er vielen vijf doden.
Het monument krijgt nu een vaste plaats op de Winston Churchillkaai, vlakbij het station en de Visserskaai.
De vissersopstand uit 1887 was een sociaal protest van de Oostendse vissers en hun families tegen de slechte werk- en leefomstandigheden. De problemen in de visserij verergerden gaandeweg in de jaren 1880. Aan de basis van het protest lag de oneerlijke concurrentiestrijd tussen de Vlaamse en Engelse vissers, een gebrek aan investeringen in de haven en de frustratie over het verouderd materiaal en technieken in vergelijking met de omliggende landen. De armoedige omstandigheden waarin veel vissers leefden, vormen een schril contrast met het mondaine Oostende en de grote bouwprojecten die in dezelfde periode onder impuls van koning Leopold II werden uitgebouwd.
Eerbetoon
Op 23 augustus 1887 kwam het tot schermutselingen tussen de vissers en de ordediensten, naar aanleiding van een Brits schip dat (goedkope) vis kwam lossen in de Oostendse vismijn. Het toenmalige stadsbestuur droeg de burgerwacht op om de opstand "tot elke prijs" neer te slaan, uit vrees dat de onrust zou uitdijen naar de rest van de stad, waar op dat moment ook Leopold II verbleef. Vijf doden en acht zwaargewonden waren de bloederige tol van twee dagen verzet.
Nadien volgde een harde repressie, want 80 deelnemers aan de opstand kregen gevangenisstraffen en boetes opgelegd. Pas 10 jaar later zouden de eerste infrastructuurwerken aan de haven starten. James Ensor stond tijdens de opstand in de menigte en wijdde later verschillende werken aan deze gebeurtenissen.
Het beeld dat door de Oostendse kunstenares Martine Vyvey gemaakt werd, stelt een visser voor die achterover tuimelt, getroffen door het dodelijke geweld van de gendarmerie en de burgerwacht. De sierlijke gestalte danst op het ritme van de getijden de universele dodendans.